Mijn beste vriendin en ik zijn allebei buitenmensen en zoeken dan in de natuur naar mooie en bijzondere dingen. In het voorjaar houden we een wedstrijdje wie het eerst klein hoefblad ziet bloeien. Als zij een fotootje stuurt met die gele bloempjes, weet ik dat de winter op zijn einde loopt.
Het klein hoefblad, Tussilago farfara zeggen biologen, kun je soms al eind januari zien bloeien als het een paar dagen boven de 10 graden wordt. Maar in koude winters duurt het soms tot begin maart. De bloempjes zijn kleine gele propjes, die lijken op platgeslagen paardebloemen. Klein hoefblad is inderdaad familie van de paardebloem en de gele bloempjes zijn een tankstation voor de eerste hommels en bijen, die ook willen dat de winter al voorbij is.
Het bijzondere van klein hoefblad is dat de bloempjes het eerst verschijnen. De gele bloempjes worden gemaakt met energie, die het vorig seizoen is opgeslagen in de ondergrondse delen, de wortels, van het klein hoefblad. Pas later in april of mei is er genoeg licht voor de plantjes om blaadjes te gaan maken. En die blaadjes vangen zonne-energie op, die voor een deel wordt opgeslagen in het wortelgestel van klein hoefblad. Dat is het voorraadje waarmee volgend voorjaar weer nieuwe bloempjes gemaakt worden.
Na het klein hoefblad gaat het groot hoefblad bloeien. Dat zijn van die lelijke opstaande paarse bloemstengels (dildo’s zegt m’n vriendin). Ook bij het groot hoefblad (Petasitus hybridus) verschijnen de bloemen voordat er bladeren gemaakt worden.
Speurend naar nieuwe bloemen in de berm maak ik de lente heel bewust mee. In maart gaat soms ook al speenkruid bloeien en dotterbloemen aan de slootkant. Rond mijn verjaardag (23 maart) staan de magnolia’s meestal in bloei. En weer een week later kun je soms al pinksterbloemen zien bloeien.
Ik heb er nu al zin in.
Hans Verbeek