Vijftig jaar geleden dachten wetenschappers dat ze echt alles wisten over de groei van planten. Planten nemen CO2 op uit de lucht; water en alle andere stoffen, die de plant nodig heeft, worden via de wortels opgenomen. Je kon planten laten groeien in een bak water, waarin je kunstmest had opgelost. De wetenschap had precies uitgevogeld hoeveel stikstof (nitraat), fosfor (fosfaat), kalium enzovoorts je aan planten moest geven voor optimale groei.
Je kan planten op steenwol laten groeien door water en de benodigde mineralen via druppelslangen bij de wortels te brengen. Het water met de meststoffen kan je recyclen en filteren, zodat er geen algen en bacteriën in gaan groeien.
Er zijn nog steeds wetenschappers, die denken dat met hydrocultuur en “vertical farming” de voedselproductie geoptimaliseerd kan worden en hongersnoden uitgebannen kunnen worden. Hightech en innovatief.
Maar intussen hebben onderzoekers nog veel meer ontdekt. In de bodem leven schimmels, die uitgestrekte netwerken maken van dunne draden. Planten schijnen voordeel te hebben van een uitgebreid schimmelnetwerk in de bodem.
Het is zelfs zo dat plantenwortels suikers en andere stofjes uitscheiden (zweten) om de schimmels te lokken. De schimmeldraden groeien naar de plantenwortels toe om te profiteren van het lekkers dat daar wordt uitgescheiden. De plantenwortels kunnen op hun beurt via de nieuwe schimmeldraden makkelijker aan water en mineralen komen. Beide partijen hebben voordeel van deze samenwerking.
Het uitzweten van suikers door de wortels is voor de planten een verliespost. Maar deze investering wordt klaarblijkelijk terugverdiend doordat de planten flink veel voordeel hebben van het schimmelnetwerk dat ze voeden. Als het uitscheiden van suikers geen voordeel had opgeleverd, dan was dit truukje in miljoenen jaren van evolutie wel weer verdwenen.
De symbiose van plantenwortels en schimmeldraden in de bodem wordt mycorrhiza genoemd. Als je wilt dat je planten snel en makkelijk kunnen groeien, dan probeer je het mycorrhiza-netwerk zoveel mogelijk intact te houden. En dat betekent dat je niet diep moet spitten.
Veel tuinders stappen over op niet-kerende grondbewerking, no-till-gardening of no-dig-gardening. Hierbij bewerk je alleen de bovenste 10 cm. van de bodem, de bouwvoor. De wortels, die de planten vorig jaar hebben gemaakt, laat je zitten. De nieuwe plantjes van dit jaar hebben profijt van het bestaande netwerk van schimmels en poriën.
Koeien gedijen beter buiten in de wei. Kippen zijn gezonder als ze kunnen scharrelen en graven naar wormen, larven enz. En planten horen niet in steenwol, maar in de volle grond.
Hans Verbeek